2005
Viool en piano
ca. 15'
Geschreven voor het duo Rosanne Philippens en Yuri van Nieuwkerk in opdracht van Coosje Wijzenbeek, met financiële ondersteuning van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst.
- Pavan
- La Volta
- Bransle de Mardiche
De audiovoorbeelden komen uit een audiofiele opname van de première door BINAURAL.
Informatie over de première staat hier op deze site.
Wilt u de partituur of de gehele opname bestellen neem dan alstublieft contact met mij op.
1. Pavan
2. La Volta
3. Bransle de Mardiche
___________________________________________________________
De aanduiding Capriccio wijst op de ‘caprice’ in de schilderkunst van de 18e eeuw: een gefantaseerde schikking van ruïnes van bestaande monumenten. Zo ook deze drie stukken: een ritmische herschikking en herinterpretatie van historische dansen.
De Pavane begint met een roepmotief alsof we iemand (die we lang gemist hebben) van veraf zien binnenkomen. Een weerzien van twee volkomen verschillende karakters. Langzaam ontwikkelt zich hun dans in het statige ritme dat de oorspronkelijke pavane kenmerkt. Hier komt echter een grotere, tango-achtige hevigheid uit voort.
La Volta (Arbeau noemde haar in zijn Orchésographie uit 1588 een soort gaillarde, de snelle dans die op de pavane volgde) beweegt grotendeels in driedelige maat, en gaat daarin heen en weer: van haar oorsprong (een erotische en intieme sprongdans), naar negentiende-eeuwse walssoorten en naar de twintigste-eeuwse milonga, een vorm van de tango.
De Bransle de Mardiche is inderdaad de oude rondedans, de bransle, met zijn refreinvorm (en hier in tweedelige maat, dus bransle double), maar hij klinkt hier ook als Bartók’s snelle kolomeika (in tempo giusto), en bedient zich tussentijds ook even van de klanken van de mbira en van afrocaribisch ritme (de aanduiding ‘mardiche’ is dan ook een toespeling op de 17e eeuwse ‘Mardijkers’ uit de Oost-Indische kolonieën, bekeerde vrijgelaten slaven, veelal [mestiezen](/over/persoonlijk/8/)).
Dit is dus eigenlijk een kleine suite, maar tegelijk een kleine sonate, waarin een melodische hoofdrol is weggelegd voor de anonieme 12e-eeuwse pastourelle “Volez vous que je vous chant” (in allerlei vormen te horen in deel 2). Een ridder vraagt daarin een meisje naar haar afkomst. Zij zegt dat ze hooggeboren is: uit de nachtegaal, die zingt in de takken van het geboomte.
De muziek (in moderne notatie) van deze pastourelle kunt u hier zien.
Een interpretatie door Paul Hillier en Andrew Lawrence-King maakt er het volgende van:
_______________________________________________________________________________________________________________________________
Bovenstaande opnames zijn van de première in het Van Gogh Museum. In een intiemere akoestiek werden ook opnames gemaakt van een try-out (eveneens door BINAURAL). Vergelijk beide uitvoeringen eens aan de hand van de LaVolta en de Bransle.
De partituurvoorbeelden hieronder zijn steeds de eerste drie pagina’s van elk deel: