Thomas Beijer speelde op 26 maart in de serie Slotconcerten in Slot Zeist de wereldpremière van het stuk dat ik speciaal voor hem schreef, The Pilgrim’s Progress. Het programma bevatte daarbij Schubert’s Moments Musicaux, Falla’s El Amor Brujo en Chopin’s 3e sonate, op. 58. Mijn stuk bestaat nog uit twee delen – misschien komt daar nog een derde en laatste deel bij. Het werk is gebaseerd op melodieën uit het Llibre Vermell.
Thomas’ liefde voor het Iberische kennende koos ik deze bundel melodieën uit het Catalaanse klooster van Montserrat als belangrijk uitgangspunt – en omdat het prachtige wijzen zijn die bovendien ooit de eerste ‘Oude Muziek’ waren die ik hoorde. Het zijn inmiddels ‘standards’ van de Middeleeuwse muziekpraktijk. De bundel was bedoeld om de uitgelaten pelgrims, wanneer ze de Zwarte Madonna in het hooggelegen klooster eindelijk bereikt hadden, stichtelijke teksten in de mond te leggen zodat hun wilde dansen nog een zeker sacraal karakter zouden behouden…In mijn stukken wordt de zware reis omhoog van de pelgrims een lange blik terug door de geschiedenis, waarin we het heden in vergetelheid achterlaten en een land betreden van vreemde schoonheid die misschien nooit het onze was, maar die we nu willen omarmen met alle middelen die ons dezer dagen ter beschikking staan.
Mijn beeld in het eerste deel was dat van zwetende zeloten die zich zingend en struikelend de berg op hebben begeven…. Een heilig vuur dreef hen, aangezogen als ze werden door het zinnebeeld van reinheid en onwereldse liefde en schoonheid dat ze verwachtten boven aan te treffen. Een hoopvolle vreugde over deze kans op verlossing beweegt nu hun voeten tot een dans, ze werpen het hoofd in de nek en voelen dan gelijktijdig het gejuich van de klokken en de stilte van de kloostermuren en wat daarachter is. Ze voelen zwaar hun eigen tekort en zingen luid om het af te werpen.
De aanblik van de Madonna opent een nieuw en ongekend gevoel en geeft toegang tot een wereld van vreemde stilte die de uiterlijke dans onnodig maakt…
Het tweede deel (met een titel ontleend aan Beckett) is een vreemd memento mori, gericht aan allen die hoge heiligheid zoeken, zelfs die nederige heiligheid van het Kind op de schoot van de Madonna. Het bijna kinderlijke lied aan de Maagd wordt steeds waarschuwend onderbroken door de wijze van Ad mortem festinamus (‘wij haasten ons ten dode’), die steeds weer opduikt in allerlei gedaanten (van Mozart tot McCoy Tyner) en gaandeweg de overhand krijgt tot slechts een waarschuwende vinger overblijft.
Nu Thomas deze twee delen onder handen heeft voel ik ook een derde deel als slotdeel in mijn hoofd opkomen – wie weet.
Thomas toonde zich enthousiast over het idee.
Helaas is nieuwe muziek niet altijd goed voor de loopbaan van meesterpianisten…
Desondanks wil Thomas het stuk meenemen in komende recitals, dus ‘we gaan het zien’.
Het was in elk geval een prachtig concert – Thomas is een echte meesterpianist die de piano gebruikt om ons diep, en nog dieper, de muziek in te leiden.