Songs of War and Peace – een cyclus in vijf delen op muziek uit Dertigjarige Oorlog
Praag 1618. Een oorlog die begon als een lokaal godsdienstconflict groeide uit tot een oorlog in heel Europa die ook alle koloniën meesleepte – de eerste echte Wereldoorlog. Na dertig jaren van zinloze verwoesting en gruwelijke massamoorden werd de Westfaalse Vrede gesloten, de basis voor het Europa dat wij nu kennen. Die Dertigjarige Oorlog werd op die manier onmisbaar voor het zelfbeeld van de Europese natiestaten die in de negentiende eeuw ontstonden en er met gemengde gevoelens op terugblikten.
Een blokfluitist en een strijkkwartet bezingen, kamermuzikaal, persoonlijk en intiem, in vijf delen de verschillende emoties van die periode en de herinneringen eraan van later tijd.
De stemmen van de geteisterde boeren, uitgeputte burgers en opgezweepte strijders klinken door in Boheemse, Duitse en ook Nederlandse volksliederen en geestelijke liederen uit die periode, in een wilde muzikale fantasie van uiteenlopende stijlen.
De blokfluit, het instrument van die periode in de Barok, is de lyrische protagonist, de stem van die tijd die bidt en schreeuwt. Het kwartet is het ensemble van de negentiende eeuw, de tijd van de terugblik, melancholisch of met nationale trots. Samen zingen ze de oude liederen van oorlog en vrede.
I. Battaglia
De Dertigjarige Oorlog begon toen de Boheemse Protestanten in 1618 in opstand kwamen – met steun van de Nederlandse Prins Maurits. Na hun nederlaag in 1620 laaide in de Nederlanden de Tachtigjarige Oorlog weer op, waarbij Bergen op Zoom in 1622 tevergeefs door Spinola belegerd werd.
Aan het begin van dit muzikale strijdverhaal, geïnspireerd op de Bataille van Biber (een Boheems musicus), hoor je dan ook heel in de verte Merck toch hoe Sterck (het strijdlied over Bergen op Zoom, met de harmonie van de ‘Folia d’Espagne’). Dan komt het hoofdthema, het lied ‘Es geht wohl zu der Sommerzeit’ dat nogal monter beschrijft hoe men overal in Europa ten strijde trekt:
Es geht wohl zu der Sommerzeit, der Winter fährt dahin.
Manch kühner Held zu Felde leit, wie ich berichtet bin.
Zu Fuß und auch zu Pferd, wie man ihr nur begehrt,
ganz munter besunder die beste Reiterei,
ein ganze werte Ritterschaft, Fußvolk ist auch dabei.
The season’s almost Summertime, the Winter goes away,
many a Warrior goes to war, so many people say.
On foot or on a horse, each hero his own course,
so brisk and frisky our best of riders go
Our bravest and our best of Knights, and their footmen also
Die opstand in Bohemen had wortels tot diep in de 14e eeuw en werd een storm toen de vroeg-Protestantse hervormer Jan Hus in 1415 op de brandstapel kwam. Het neerslaan van de opstand in 1620 was de doodslag voor de Hussitische beweging. Opgenomen in het Habsburgse Rijk moest men in Bohemen voortaan Duits spreken en Katholiek zijn. Oude Advent- en Kerstliederen in de eigen taal worden tot op heden als herinnering gekoesterd.
De muziek duikt midden in het stuk diep terug in die trotse en trieste geschiedenis. In het strijdgewoel neemt de blokfluit de strijkers mee in de Introïtus van de Boheemse Advent-liturgie (verwant aan het Gregoriaanse Rorate Coeli), waarna allen het oude Hussitische strijdlied ‘Jullie die God’s Strijders zijn’
Het Boheemse ‘Rorate Coeli‘: Mnozí Spravedliví – ‘[Lord.] break the heavens and descend’
Het oude Hussitische strijdlied ‘Jullie die God’s Strijders zijn’